Gebaande aarde
Drs. Vincent Botella



Over het werk van Ineke van Koningsbruggen

Hoe zou het eruit zien, als de aarde zelf kon schilderen? Een stukje van het uitgestrekte landschap zelf dat voor even in de huid van een kunstenaar kruipt en een zelfportret maakt, en niet zoals wij de aarde en het land als buitenstaanders bekijken. Zelfportret van een stuk boerenland, zou dat kunnen heten. Schilder Ineke van Koningsbruggen (1943) heeft in de loop der jaren een speciale, heel intieme, band opgebouwd met de aarde zoals ze is op bepaalde plekken in het boerenland. Haar schilderijen ogen abstract, maar vormen in wezen een kernachtige samenvatting van haar ervaring in de door haar uitgezochte landschappen. En misschien wel van de ervaring die de landschappen hebben met haar!
Dat klinkt misschien zweverig, maar het is eigenlijk ontzettend fysiek en concreet en de welbespraakte en sportieve Van Koningsbruggen kun je moeilijk zweverig noemen, verre van. Het is zeer de moeite waard om de werkwijze van Van Koningsbruggen nader te bekijken, waarbij ze op non-verbale wijze in dialoog treedt met de ‘bedoelingen’ of de ‘bewegingen’ van het landschap op een specifieke locatie.
Haar intenties als kunstenaar zijn aan de ene kant heel hedendaags, door de abstracte, formele en conceptuele elementen die ze bevatten. Aan de andere kant is haar kunstenaarschap geworteld in een oude Europese, met name Franse, traditie van landschap schilderen. De Fransen waren de eersten die de essentiële waarden van de klassieke traditie, die meer dan tweeduizend jaar terugging, zochten in het landschap. Wanneer kunstenaars als Lorrain, Corot of Cézanne een landschap schilderden, dan benadrukten ze juist het duurzame en blijvende in dat landschap en de daarmee samenhangende elementen die voor ritme, maat, balans en harmonie zorgden.
Het lijkt of Van Koningsbruggen, met alle kennis en ervaring die ze heeft als hedendaags schilder, in hun sporen wil treden. Haar gebruik van de verf is dramatisch en haar beeldtaal abstract – natuurlijk keek ze goed naar twintigste-eeuwse Duitse en Amerikaanse schilders – maar haar onderliggende bedoeling lijkt toch geënt te zijn op de klassieke Franse traditie, die een bepaalde kracht en duurzaamheid voelbaar wil maken in een kunstwerk. Vaak is dit overigens een intuïtief gevoelde duurzaamheid, zoals de Franse filosoof Henri Bergson haar verwoorde en de Franse schilder Henri Matisse haar schilderde.
En het is juist de nadruk op die gevoelde duurzaamheid, veel meer dan op de geziene duurzaamheid, die Van Koningsbruggen een kind van deze tijd maakt. De twintigste-eeuwse kunst kent vele experimenten waarbij kunstenaars zich trachtten te vereenzelvigen met dieren, machines, objecten of de kunst zelf. Van Koningsbruggen laat het landschap, de totale ervaring van het landschap, bezit van zich nemen. Dat gaat, zoals we hieronder zullen zien, niet zonder slag of stoot. Het is niet zomaar iets wat je met je verbeelding doet, wat je verzint. Je doet het, daarentegen, met heel je lichaam en wezen.



Het proces en de praktijk

Hoe maakt Van Koningsbruggen nu van een totaalervaring in een landschap een schilderij? Dat vereist een omzetting van ervaren naar schilderen die lastiger is dan de oog-hand-coördinatie die nodig is voor het louter naschilderen van wat je ziet. Bovendien vereist het ook het vermogen van de kunstenaar om in een andere manier van ervaren te stappen dan de gewone. Ze moet vanuit de gangbare wijze van ervaren van de toerist – zoals ik het maar even zal noemen – stappen in een moeilijk onder woorden te brengen manier van zijn waarin ze niet tegen het landschap aankijkt, zoals een toerist die van het uitzicht geniet en eventueel een foto neemt, maar er werkelijk helemaal in is.
Door dit ongebruikelijke verlangen ondervond Van Koningsbruggen dat schilderen echt een praktijk is die moet passen als een handschoen om de persoonlijkheid van de schilder. Ze is van nature een beweeglijk persoon, actief en sportief. Daarnaast ook een denker die makkelijk praat en veel les heeft gegeven in kunstgeschiedenis, kleur- en compositieleer. Uit deze ingrediënten destilleerde ze in de loop van de eerste twintig jaar van haar professionele carrière een volkomen eigen praktijk die haar in staat stelt de gewenste omzettingen te maken. Eerst van de gewone manier van ervaren buiten in het landschap naar een basale vorm van totaalervaren. Later, in het atelier, de omzetting van de schetsen die in die totaalervaring ontstonden naar de formele taal van het schilderij. Dat wil zeggen, rekening houdend met de eigenschappen van vlak, verf en schildersgerij, waaronder ook haar eigen handen.



‘Gedoe’ als ritueel

Tijdens het allereerste begin van haar artistieke werk staat Van Koningsbruggen blootsvoets op de aarde, midden in het landschap. Om praktische redenen (‘weer en verkeer’) is dat al jaren het zomerse landschap van Frankrijk of Spanje, maar het is ook wel eens Nederland of de Dominicaanse Republiek geweest. Het belangrijkste artistieke criterium waar het landschap aan moet voldoen, is dat het haar Europese schildersziel kan beroeren en dat is altijd een landschap waar het boerenbestaan z’n sporen heeft achtergelaten.
Europese landschapsschilders hebben, vanaf dat het landschap in de veertiende eeuw z’n intrede deed in Europa, vrijwel altijd het boerenlandschap geschilderd. Daar zijn maar heel weinig en kortdurende uitzonderingen op. Azië, met name China, kent een nog veel oudere traditie van landschapsschilderkunst waarin juist de wilde ongerepte natuur centraal staat. Het Europese landschap in de kunst is daarentegen een gerept landschap. Een landschap dat gevormd is door de dialoog tussen orde en wildheid, die zo kenmerkend is voor het boerenbestaan. Natuurlijk is China van oorsprong ook een uitermate agrarisch land, maar in de kunst zie je dat bijna niet terug.
Staande neemt Van Koningsbruggen plaats op het boerenland, vergezeld van haar vaste attributen. Het versleten, dertig jaar oude campingtafeltje dat alleen nog maar een frame is, omdat het lang geleden al z’n tafelblad verloor. Die ene, te grote, triplexplaat daar los op. Daarnaast de losse hardboardplaten om het papier op te klemmen. Wanneer ze tekent, moeten deze hardboardplaten altijd haaks (oftewel kruislings) op de triplexplaat liggen, zodat aan weerszijden ruimte over is, terwijl de plaat aan de voor- en achterzijde uitsteekt. Het stokoude wijnkistje aan haar voeten, waar de papierklemmen op de rand horen en nergens anders, gevuld met een allegaartje aan houtskool, Siberisch krijt, droge pastels, kwasten en verfbussen.
Een onwrikbare ordening van gammele, tot op het bot versleten spullen, waarvan niets weggegooid of vervangen mag worden. Het is bovendien echt een heel gedoe om al deze spullen op de juiste plek te krijgen. Je krijgt het bijna niet mee. Zelfs Van Koningsbruggen zelf denkt, wanneer ze als een pakezel door de rulle aarde ploegt, “dit is toch zot!”. Maar het moet zo. Dat staat vast, anders komt ze niet op gang – gebeurt er niets. Ze zou het zichzelf veel makkelijker kunnen maken met een moderne, slim ontworpen, multifunctionele box… op wieltjes. Maar daar heeft ze dus niets aan, want dan gebeurt er niets.
Dit moeizame aankomen, hoort bij het begin. Lopend en zeulend over oneffenheden, dompelt ze zich onder in de aanblik, de geur en het gevoel van de begroeiing, de zon en de wind, de insecten, het veranderende licht – in alles. Het is een totaalervaring. Ze komt aan als buitenstaander, maar naarmate dit ritueel van gedoe met te oude en te onhandige spullen vordert, wordt ze deelnemer in het landschap en gaat ze de fysieke taal ervan voelen in haar lichaam.
Dit begin is een lang en geritualiseerd proces om vanuit haar dagelijkse manier van zijn te stappen in de mythische ruimte van de aarde. Een ruimte waar de aarde, via groeven en voren, sleuven en sporen, een woordloze, stroeve taal spreekt met de mens. De aarde geeft haar gewassen en vruchten pas prijs nadat er een hoop werk verzet is. Zoals gezegd, ze voelt zich aangetrokken tot in cultuur gebracht land, zoals alle Europese schilders die in haar geheugen wonen.



Werken op papier

Vaak is er dan nog, eenmaal aangekomen, een periode van ritueel uitstel. Liggend op de grond een sigaretje roken, rommelen in het kistje, de vastgeklemde vellen papier bekijken – misschien hebben zij een suggestie? Totdat de eerste beweging komt. Het begint altijd met een beweging. Wanneer het hele ‘gedoe’ haar voldoende heeft ondergedompeld in het landschap, komt er een beweging die alleen hier op deze plek bezit van haar lichaam zou kunnen nemen. En uit dit bewegen, komt al snel een eerste aanzet met houtskool op papier. Dan tekent ze bijna als een seismograaf, die de innerlijke beweging van het landschap registreert, met lijnen die eerder iets volgen dan iets aangeven. Ze tekent het landschap van binnen uit. Tijdens het hele vastomlijnde en noodzakelijke ‘gedoe’ verandert het landschap op mysterieuze wijze van een uitzicht buiten haar in een beweging binnenin haar.
Als het tekenen, een soort innerlijke registratie, genoeg bezit van haar heeft genomen, dan kan ze met wat pastel of verf ook kleur aanbrengen. Doorgaans niet de kleuren die werkelijk zichtbaar zijn. Het zijn de voelbaar aanwezige kleuren die ze aanbrengt, zoals de kleuren van wind, hitte of kou, of de kleuren die aarde en gewas met hun geuren uitwasemen. Meer nog, zijn het de kleuren van iets ondefinieerbaars dat je de diepte van de aarde zou kunnen noemen. Alsof aarde en stenen een eigen atmosfeer hebben, een eigen diepe ruimte met een veel duurzamer kleuring dan de lucht.
In korte tijd maakt ze een grote hoeveelheid werken op papier, waarvan ze pas achteraf kan bepalen welke raak of ‘goed’ zijn en welke niet. De betere, en daardoor later ook bruikbare, beschikken over een onvoorspelbare eenvoud die bestaat uit een beperkt kleurpalet en een basale, samenvattende vorm. Bijvoorbeeld een deellijn, een losjes aangebrachte ovaal, ritmische strepen of hoekige vlakken die de essentie, de bottom line, van deze plek samenvatten. ‘Essentie’, wil hier zoiets zeggen als ‘waar het op neerkomt’, de grond waar je op landt wanneer je helemaal hier bent en je nergens door laat afleiden, niet eens door je eigen gedachten en gevoelens over deze plek.



Schilderijen

De tweede fase van haar werk vindt plaats in het atelier. Schetsen in het landschap doet ze immers ’s zomers. Werken in het atelier gedurende de drie andere seizoenen van het jaar.
Hier in het atelier begint het schilderen altijd met de ‘zomerschetsen’, de werken op papier, die ze staande in het landschap maakte. Ze kan niet zomaar, uit het niets, een schilderij maken in het atelier, want ze werkt niet ‘uit het hoofd’. Die aarding buiten op het land is noodzakelijk en de schetsen fungeren als brug naar die beleving. Ze vormen tenslotte de neerslag van haar ervaringen en motoriek op die plek en dat moment, opgenomen als ze was door de taal van de aarde.
In het atelier legt ze de schetsen om zich heen, bijna als een echo van de ervaring in het landschap. Met de tekeningen om zich heen begint er een nieuw proces dat je misschien zou kunnen aanduiden als “de bewerking van het land”. De grond van het schilderij moet eerst klaar gemaakt worden.
Ze begint te schilderen, losjes naar aanleiding van een gekozen werk op papier. In dit stadium moet het doek vooral gevuld worden. Ze wil van het steriele wit af. Daarnaast gaat ze tussendoor ‘krabbelen’. Dat is opnieuw werken op papier, maar van een andere orde dan wat ze in het landschap deed. Met de krabbels introduceert ze namelijk het denkproces in het schilderen, een visueel denkproces. Na de gevoelsmatige, motorische toe-eigening die op het land plaatsvond, vindt nu een langzame reflectieve herschepping binnen de beperkingen die het schilderen oplegt.
De krabbels zien eruit als indelingen, gedachten over de verdeling van het vlak. Hoe woordloos en intuïtief de eerste ervaring in het landschap ook was, er moet ook nagedacht worden. Namelijk, over wat het schilderij toelaat, zodanig dat de omvattende ervaring uit het landschap zich op de beperkte ruimte van het doek laat terugvinden. Misschien kun je dit vergelijken met het werk van een landbouwer. Eerst heeft ze zich vooral vereenzelvigd met de aarde, nu is de mens die de aarde bewerkt aan de beurt en deze denkt na over hoe hij het wil en waar hij naartoe wil. Echter, altijd binnen de kaders die de aarde hem toestaat.
Al schilderend ontstaat er nu een nieuwe balans, die net zo fysiek en intuïtief is als haar werkwijze midden in het land. Schilderen met olieverf op grote formaten is zwaar werk en doet niet veel onder voor werk op het land. Maar anders dan haar werkwijze buiten, is ze nu niet uitsluitend ontvankelijk in haar manier van doen. Doelgericht herschept ze juist die onderdompeling in het land. Niet per se van die ene plek of naar aanleiding van die ene schets, maar de ervaring zelf van deelhebben aan de taal van de aarde uitgedrukt in een intense schilderkunstige taal.
In het atelier laat ze met haar schildersmaterialen een nieuwe dialoog ontstaan tussen ‘ordelijke’ bedoeling en ‘wilde’ ontvankelijkheid, zodat de neerslag van deze dialoog een realiteit voor de kijker kan worden en geen plaatje van een realiteit. De smeuïge, eigenzinnige verf krijgt de rol van de aarde toebedeeld: de vette, volle aarde die haar vruchten pas na langdurige bewerking prijsgeeft. Hand, kwast, spatel en paletmes krijgen de rol van de ploegende en schoffelende mens die in de aarde werkt en haar ruimte afpaalt. De vibrerende kleuren, vaak een scherp contrast tussen twee complexe en gelaagde kleuren, herscheppen de diepte die, samen met de aarde en haar bewerkingen, een unieke totaliteit voor dit moment doen ontstaan. Duurzaam en voorbijgaand tegelijk.
Van Koningsbruggen bouwt in haar atelier een reële ervaring die ze had opnieuw op. In die zin stellen haar schilderijen niets voor, want ze schildert niets na. De schilderijen zijn geen voor-stellingen of af-beeldingen. Je zou ze beter kunnen omschrijven als instrumenten om een bepaalde ervaring opnieuw mee tot leven te brengen. De ervaring van een woordloze, uniek gestructureerde totaliteit die binnenkomt via haar voeten vanuit de aarde en via haar ogen vanaf de horizon rondom, want om de aarde, en niets dan de aarde, gaat het. Het is een natuurlijke keuze die ze maakte toen ze er rijp voor was, passend bij het vitale, aardse wezen dat ze diep van binnen is.


www.artsupport.nl